De vakantie is nu echt voorbij, het politieke werk is ook weer begonnen. Morgen fractievergadering, maandag raadsvergadering. Ik lees stukken door en moet gewoon weer wennen aan de taal. Ik maak een motie, en dat wat ik in december in vijf minuten zou opschrijven, lukt me niet. Ik moet er echt weer inkomen en loop vast in een zin (van mezelf dus) die zou kunnen winnen in de wedstrijd voor langste en vaagste formulering.

Goed, wat wil ik dit jaar bereiken? Ik wil dat alle Wageningers, en het liefst alle Nederlanders maar dat gaat mijn invloedssfeer te buiten, straks in december zeggen dat de overdracht van de zorg naar de gemeentes een goede zaak is, dat dat goed heeft uitgepakt. Dat het goed op maat is, aangepast aan de individuele omstandigheden, dat iedereen de zorg heeft die hij en zij nodig heeft en ook nog betaalbaar. Dat iedereen tevreden is.

En dat het systeem dan ook nog goedkoper, met minder bureaucratie en duurzaam is. Dat werkers zich weer gelukkig voelen in hun baan. Dat het dus een systeem oplevert dat werkt voor de klant en voor de zorgverleners en duurzaam is. Want een systeem waarvan de kosten gierend uit de hand lopen, is op den duur niet houdbaar. Mijn kinderen willen straks ook nog fijn ouder kunnen worden, ikzelf ook. Met iemand die me helpt mijn steunkousen aan te trekken zonder dat me dat mijn hele AOW kost.

Enkele dagen geleden stond in de Volkskrant een artikel over de gedecentraliseerde jeugdzorg in Denemarken, hoe dat aanvankelijk goed uitpakte maar tenslotte uitdraaide op teveel regels. Dat zorgverleners toch weer driekwart van hun werktijd bezig zijn met het invullen van formulieren. Driekwart!

Er ligt ook nog het stuk ‘beleidsregels kamergewijze verhuur’ en de ‘motie parkeerplan’ en mijn eigen ‘ amendement maatschappelijke functie middendeel Kortenoord’ en de ‘motie schuldhulpverlening’. Ik moet mijn ‘amendement over het bevorderen van draagvlak en participatie door Wageningers bij het klimaatbeleid’ nog smarter maken.

Even een blokje om.