Gisteravond was ik live op de lokale radio. Tja, ik ben lijsttrekker he, dat hoort er dan bij. Ik vind het leuk hoor. De eerste twee minuten zijn even raar met al die microfoons en lampjes, en dan vergeet ik dat en zit ik te praten met de journalist tegenover me. Niet helemaal ontspannen, want spanning geeft de adrenaline die me scherp houdt. Het is een praatprogramma waarbij elke zes minuten of zo een plaatje wordt gedraaid. En dat een uur lang, dus een stuk of zes korte gesprekjes. Lekker is dat, zo kun je steeds weer even af- en opladen. En lokaal he, geen miljoenenpubliek.

Goed, waar hadden we het over? Het gesprek draaide in rondjes rond steeds hetzelfde thema: de middenklasse die er steeds minder bijhoort.

De samenleving wordt zo ingewikkeld dat steeds meer mensen moeite hebben om mee te komen. Je wilt een PGB aanvragen, en je verzandt in de regels en uiteindelijk laat je het maar zitten. Of je vraagt hulp bij een professional, maar in elk geval kun je het niet meer zelf. Daarna moet je een hele administratie bijhouden en o wee als je daar een foutje in maakt. Wat ook geldt voor mensen met een uitkering: een keer een foutje en je gaat voor duizenden euro’s het schip in: terugbetalen dat onverdiende geld, en daarbovenop een boete. En dat voelt zo onrechtvaardig gezien de tonnen die sommigen ongestraft zelf naar binnen hengelen.

Alles moet digitaal, je kunt niet eens meer bellen: deze week stond in de Volkskrant dat een derde van de gemeentes in Nederland op de website geen telefoonnummer of e-mailadres meer vermeldt, alleen een contactformulier. Het is niet alleen mijn Moeder van 88 die daar niet mee om kan gaan, het is een grote groep geworden. Je kunt niet onaangekondigd bij de balie langsgaan en desnoods ter plekke een formuliertje invullen. Nee dat moet thuis, via de website. Maar de gemeente is er toch voor de inwoners, voor mij, zie ik de mevrouw vertwijfeld denken. Nou dan zoekt ze het zelf wel uit, ze wilde even iets weten.

Deze week las ik dat de NAM 1,2 miljard had uitgegeven in de schadedossiers. Driekwart daarvan was opgegaan aan adviseurs en juristen, een schamele kwart van het bedrag was uitbetaald aan de mensen met schade. Logisch dat de mensen het vertrouwen in de NAM maar ook in de overheid allang kwijt zijn.

En dan lees ik weer dat de fondsen om kinderen die opgroeien in armoede, voornamelijk gebruikt worden door hoogopgeleiden. Die inderdaad in armoede zitten, ze horen bij de doelgroep, dus het is prima. Maar niet-hoogopgeleiden kennen het fonds niet, weten de weg niet, schamen zich om te vragen, weet ik veel, in elk geval gebruiken ze het minder.

Dan lees ik weer dat de overheidssubsidies op het vergroenen van huizen, isoleren en overstappen op gasloze energie, ook vooral bij de rijkere huizenbezitters terechtkomen. Dat je immers voor het binnenhalen van subsidie, wel zelf een grote pot met geld in moet leggen. Logisch, zo werkt subsidie, en daarna heb je tot in lengte der dagen gratis stroom. En je krijgt geld voor de stroom die je teveel opwekt en aan het net levert. Handig die subsidie, ik wou dat ik er geld voor had. Huizenbezitters die het allemaal net rondbreien en huurders op de particuliere markt zullen straks als laatsten aansluiten in de rij, als de subsidiepot allang leeg is. Want die wordt gevuld uit de energietransitiebelasting, en hoe meer mensen eigen energie opwekken, des te minder komt in de subsidiepot.

Ik vind dat de overheid er moet zijn voor de grote middenklasse. Daarboven heb je een kopgroep die zichzelf prima redt. En eronder heb je een achterhoede die wat extra steun nodig heeft om goed mee te komen. De route van de Tour de France zet je zo uit dat het peloton er met zijn allen tegelijk langs kan en je zorgt voor een bezemwagen.

Het lijkt erop dat de overheid er steeds meer is voor de kopgroep. ‘O nee, aan de anderen denken we ook, fijn dat u het zegt, dat moet inderdaad goed geregeld worden.’ Alsof het peloton een uitzondering is in plaats van het gemiddelde. Ik vind dat de overheid te hoog inzet, het systeem te ingewikkeld maakt, te lastig voor de meesten, teveel inzet op zelfredzaamheid, teveel rekent op buren, mantelzorg en vrijwilligers die het voor de middenklasse draaglijk houden.

Ik vind dat een zorgelijke ontwikkeling, en gelukkig ben ik niet de enige. Ik ben actief in de PvdA, en wij hebben helaas zelf een behoorlijke steek laten vallen. Anders waren al die belangenpartijen niet ontstaan, die immers voor een groot deel afsplitsingen zijn van de PvdA. Maar nu de sociaal-democratie in Den Haag zo klein is, spreek ik wel bijzonder veel mensen die beamen dat de afkalving van de PvdA een slechte zaak is. Dat Nederland een sterke sociaal-democratische partij nodig heeft, om op te komen voor de belangen van de middenklasse, en om uit eigen ervaring te weten hoe de bezemwagen eruit moet zien.