IMG_20181106_130056.jpgEen korte vakantie werkt net zo goed om energie op te doen als een lange. Het gaat om de verandering van omgeving en de verandering van gewoontes. Dus ik ga liever meerdere keren per jaar een paar dagen weg dan een keer per jaar twee weken.

Ik ben gisteren teruggekomen van mijn vierdaagse trip naar Berlijn. Vandaag heb ik dingetjes bijgewerkt: planten, e-mail, de MOOC-cursus die ik volg, amendementen en moties voor volgende week, de reacties op dit en mijn andere blog, boodschappen, en nu lekker op de bank. Even stukje schrijven. De dag is omgevlogen, niets beleefd.

Oudere mensen vinden dat het jaar voorbij vliegt, voor een kind duurt een zesweekse zomervakantie maanden. Geen schoolperiode duurde zo lang als de lagere school. Zes jaar. Zo lang duurde ook de middelbare school en mijn studie. In de zomervakantie van de lagere school knikkerden we altijd. Altijd? Ik denk dat ik te klein was in klas 1 en te groot in klas 6, dus ik heb misschien vier keer in mijn leven een knikkerzomer meegemaakt.

Kenners zeggen dat het verschil in tijdsbeleving tussen oude mensen en kinderen komt omdat oudere mensen weinig nieuws meer meemaken. Dagen rijgen zich aaneen. Ik denk dat dit klopt. Een kind maakt steeds weer nieuwe dingen mee, en daardoor duurt de tijd langer. Dus het geheim zit hem in het doen van nieuwe dingen buiten je comfortzone.

Hoe zit dat met korte en lange reizen? Ik heb deze dagen in Berlijn weer van alles nieuws meegemaakt: de metro (hoe koop je ook al weer een kaartje, welke kaarten zijn er, welke metro moet ik hebben, welke kant uit van de twee opties, waar moet ik eruit, welke uitgang en ha daar is de straat waar Zoon1 woont, nummer 100, aanbellen ‘hi ma’. GELUKT), de Airbnb, het zoeken van de dichtstbijzijnde plek om een ontbijtje te scoren. Het zijn kleine dingetjes, maar ik moest alles even uitvinden. Daarbovenop komt dan nog wat ik allemaal als toerist heb bekeken en gedaan in die vier dagen zoals het bezoek aan de botanische tuinen en aan de Reichstag (foto). Allemaal nieuw, allemaal onbekend, allemaal indrukken. En dan de stad, al die geluiden en geuren, al die mensen om me heen, de volle straten en hoge gebouwen. Het Duits, Engels. Elke keer naar een ander eethuis, koffiehuis, ontbijtplek. Vele kleine stressmomentjes, de hele dag door, vier dagen lang. Mijn zintuigen maakten overuren.

Vier dagen op reis duren door al die nieuwe indrukken veel en veel langer dan vier dagen thuis. Waar geen metro is, maar afgezien daarvan, als die er wel was, zou een tripje met de metro onder Wageningen routine zijn.

Dat is het toverwoord: een reisje moet zo kort duren, dat niets routine wordt. Ik weet nu wel weer hoe de metro in Berlijn werkt, maar tegen de tijd dat het routine werd, was ik al bezig met het laatste ritje terug naar Hauptbahnhof.

Korte reisjes leveren voor mij het meeste op. Herken je dat?