Gisteravond paste ik op bij een gezin dat midden in een verhuizing zit. Hun huis is verkocht, hun nieuwe huis is gekocht, maar omdat de data niet aansluiten gaan ze over twee weken eerst nog drie maanden in een huurwoning. En dat alles met twee drukke banen en twee jonge kinderen – die gisteren genoten hebben van de intocht van Sinterklaas.

Een huis verkopen betekent opruimen voor de foto’s op Funda. Het was een vol huis, nu is het helemaal Fundaproof leeg en kaal.

Hun spullen staan in de garage. Soms kunnen ze iets niet vinden, realiseren ze zich dat het onvindbaar is ingepakt en kopen voor deze overgangsperiode een nieuw. Een nieuw broodrooster bijvoorbeeld.

Eigenlijk genieten ze van de ruimte, het gemak om het huis netjes te houden, het gemak om iets te vinden nu er zo weinig ligt, het geeft licht en lucht in hun hoofd. Het gemak bij afstoffen en schoonmaken missen ze minder, want dat doet een ander voor hen. Ze missen wel de persoonlijke foto’s aan de muur, en nog het meest hun planten.

Hun drukke leven weerhoudt hen ervan om voor de verhuizing rigoureus hun spullen uit te zoeken en meuk weg te gooien. Dat begrijp ik heel goed: ze zijn nu bezig met het inrichten van hun tijdelijke huis, waar toch ook bedden en gordijnen en lampen in moeten, wat vreselijk veel extra tijd vreet. Ze nemen zich voor om straks, als ze in hun nieuwe huis wonen, door hun spullen heen te gaan.

Maar: ik ben zelf zo vaak verhuisd dat ik iedereen met dit voornemen een hard geleerde les mee wil geven: doe het voor de verhuizing en niet erna. Als je na een verhuizing ergens geen zin in hebt, is het wel om oude meuk uit te zoeken.

Gebruik een verhuizing voor vernieuwing en verandering, en gooi ballast van te voren weg.