Ik ben een paar dagen bij Moeder en zoals altijd ruimen we iets op. Moeder heeft dit keer gekozen voor de zolder. Ik wil niet dat zij naar zolder gaat: je komt er via een uitschuifbare trap en ze is 87. Ik naar zolder dus.

Ik gooi (kussens) of breng (kerstballen) alles naar beneden. Moeder staat wankel op de eerste trede en steekt haar handen omhoog om spullen aan te pakken. Dat lijkt me niet handig en ik verban haar naar een slaapkamer waar ik alles heen breng. Zij zoekt uit en beslist. Cadeaupapier – bij ons werd elk sinterklaaspapiertje glad gestreken en opgevouwen, en het losscheuren van pakjes was not done, dus inmiddels ligt er heel wat cadeaupapier, want het is nooit gebruikt – gooien we in de papierkliko. Een prachtige oude Singer handnaaimachine van mijn oma stoffen we af en zetten we te pronken.

Dan stuit ik op drie dichtgeplakte verhuisdozen. Ik maak ze open: lege CDromhoesjes voor een CDrom met Boliviaanse vogelgeluiden. Van mijn Broer. Vijf jaar lang heeft hij in de Boliviaanse Amazone vogelgeluiden opgenomen. Hij woonde toen een tijd bij ons in huis en heeft zo zijn vrouw leren kennen, toen onze Colombiaanse huishoudster. Hij was sterk en gezond en woonde in een tentje in de Amazone. Maakte unieke opnames die vakmensen nog steeds gebruiken – zijn erfenis. Hij bleek toen al MS te hebben en daaraan is hij in 2012 overleden.

Daar zit ik, op onze oude zolder waar we samen speelden als kind. Nu leeg met alleen drie dozen van mijn Broer. Als iets weg kan, zijn het wel deze lege hoesjes. Maar dat wil ik Moeder niet aandoen.

Ik herpak me, klim de trap af en zeg niets. De zolder is leeg. Pas nu, de volgende dag, dit typend, raak ik overmand door ellende.