Gisteravond zag ik een intrigerend programma waarin Paul Rosenmuller de effecten van de economische crisis in Spanje onderzocht. 52% van de jongeren is werkloos. Dagelijks houden jongeren grote protestmarsen want ze zien geen enkel perspectief voor hun eigen toekomst in Spanje. Ze gaan naar school, studeren, maar waartoe eigenlijk?

Een historicus werkt als barman in het dorp waar hij is opgegroeid. Hij wil perse een baan, want is gewend aan het leven met een flatscreen. Zo zei hij het, waarmee hij bedoelde dat hij is opgeleid om te functioneren in het bestaande systeem met geld als motor. Zijn hele leven tot nu toe had hij daar naartoe gewerkt: opvoeding, scholing, studie, alles wat hij kan en weet is bruikbaar voor een leven met een baan en een supermarkt om de boodschappen te doen. Hij kan uitsluitend functioneren in een maatschappij met geld als motor, een overheid die doet wat hij moet doen en een werkende infrastructuur.

Een geestelijke maakt zich zorgen om het systeem met geld als motor. Dat mensen werken om geld te verdienen, en dat geld uitgeven om te kunnen leven. Zonder geld geen bestaan. Hij maakt zich zorgen om mensen die geen enkele vrijheid meer hebben in verband met aflossingen van schulden. Die helemaal vastzitten in de vicieuze cirkel van leven en werk, waarbij het leven omvalt als het werk ophoudt. Hij noemde ze slaven van de economie.

De recessie is niet voorbij. De schrijnende verhalen over jonge Spanjaarden, armoe in Oost-Europea: er is geen garantie dat in Nederland niet ook zoiets gebeurt. Dat hele steden geen geld meer hebben om de verwarming te betalen, zoals in Rusland bij 20 graden onder nul. Dat gezinnen met duizenden tegelijk uit hun huis worden gezet omdat de hypotheek te hoog wordt, zoals in de VS. Dat de WW wordt teruggebracht naar een maand en de AOW ingaat op je 70ste. Het leven voor jongeren van nu is over 20 jaar misschien heel anders is dan nu.

Ik denk dat jongeren zich moeten leren redden zoals onze grootouders zich konden redden. Dat ze geen reis om de wereld moeten maken zolang ze nog een hypotheek hebben. Dat ze die moeten aflossen om onafhankelijk te worden van de bank. Dat ze een stukje grond moeten kopen, om in het geval dat het moet iets te kunnen beginnen en voor zichzelf te zorgen. Dat het nuttig is te weten welke paddestoelen eetbaar zijn en hoe je een gans vangt en slacht. Dat ze flexibel en creatief moeten zijn en zich nergens te goed voor moeten voelen.

Want als je voorbereid bent, als je weet dat je iets kan, dan hoef je er niet bang voor te zijn.